Waarom is journalistiek belangrijk? En waarom moet de overheid journalistiek ondersteunen?
Deze tekst vormt de inleiding van 10 beleidsvoorstellen voor een kwaliteitsvol, innovatief en divers journalistiek landschap in Vlaanderen, het memorandum dat het Vlaams Journalistiek Fonds en het Fonds Pascal Decroos in april 2019 publiceerden.
Waarom is journalistiek belangrijk?
Een goed werkende democratie vereist dat haar burgers behoorlijk geïnformeerd zijn opdat ze een gefundeerde mening kunnen vormen. Kwalitatieve journalistiek levert informatie, fungeert als waakhond en bevraagt machtsstructuren. Hoe beter deze ‘vierde macht’ functioneert, hoe sterker de democratie.
Daartoe is het essentieel dat er verschillende kwaliteitsvolle journalistieke kanalen en vormen bestaan om die informatie te verstrekken. Als burgers zich niet herkennen in datgene wat als nieuws wordt gepresenteerd, en in wie aan het woord komt, groeit er een kloof tussen de gepresenteerde informatie en de te informeren burger. Daardoor nemen wantrouwen en populisme toe en slinken de kwaliteit en het democratische gehalte van het debat in de samenleving.
Daarom is het ook belangrijk dat de burger toegang heeft tot kwalitatieve journalistiek over elk domein dat de samenleving vormgeeft (politiek, economisch, wetenschappelijk, cultureel, sociaal, …) en elk niveau waar de invloed van die domeinen zich situeert: lokaal, regionaal, nationaal en internationaal.
Waarom journalistiek financieel ondersteunen?
Nieuwsmedia hebben al decennialang dezelfde twee inkomstenbronnen: lezers en adverteerders. De digitaliseringsgolf heeft dat verdienmodel zwaar uitgehold. Lezersinkomsten lopen terug, omdat minder mensen betalen voor nieuws, dat vaak gratis online te vinden is. De inkomsten op de digitale reclamemarkt gaan voor een groot deel naar internationale platformen (Facebook en Google), die door hun massa aan gebruikersdata heel gericht kunnen adverteren.
Wereldwijd zoeken nieuwsmedia groot en klein daarom momenteel naar nieuwe verdienmodellen. Het ei van Columbus is daarbij nog niet gevonden. Sommigen zetten in op schaalvergroting en diversificatie, anderen gaan voor een specifieke niche. Velen experimenteren met nieuwe formules om lezers te betrekken en te laten betalen, sommigen proberen advertentie-inkomsten terug te winnen door zelf zoveel mogelijk gebruikersdata te verzamelen en te vermarkten.
Als nieuwsmedia in financieel zwaar weer zitten, is dat bij uitstek slecht nieuws voor diepgravende journalistiek. Die kost immers tijd en geld. Bovendien zorgt de schaalvergroting in Vlaanderen voor een toenemende mediaconcentratie, wat een risico vormt voor de noodzakelijke diversiteit in het nieuwsaanbod, aldus de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) in zijn jongste rapport.
Daarbij komt dat Vlaanderen als ‘markt’ klein is. Het klopt dat journalistiek in deze veranderende context moet ‘innoveren’ om relevant te blijven en burgers te bereiken. Maar bij innovatie wordt al te vaak enkel gedacht aan technologische innovatie, en het bijhorende paradigma van start-ups, seed funding, scale-ups en internationale expansie.
Echte journalistiek is echter niet zomaar schaalbaar. Elke democratische gemeenschap heeft haar eigen perspectief, context, noden en aandachtspunten die journalistiek verslagen en bevraagd moeten worden. Dat geldt bij uitstek voor lokale journalistiek.
Om de democratie in Vlaanderen te versterken, heeft journalistiek daarom duurzame financiële ondersteuning nodig waarin diverse initiatieven de tijd krijgen om kwaliteit op te bouwen en te experimenteren met innovatieve journalistieke vormen, verdienmodellen en publieksbereik.
Waarom moet de overheid journalistiek ondersteunen?
Het Comité van Ministers van de Raad van Europa publiceerde in februari 2019 een uitgebreide verklaring over de financiële duurzaamheid van kwaliteitsjournalistiek in het digitale tijdperk. Daarin roepen de lidstaten van de Raad, waaronder België, op om kwaliteitsjournalistiek te erkennen als een publiek goed en ook financieel te ondersteunen. De Raad noemt in het bijzonder onderzoeks-, regio- en grensoverschrijdende journalistiek. Daarnaast wijst ze op het risico van mediaconcentratie voor nieuwsdiversiteit en op het belang van nieuwe, innovatieve nieuwsorganisaties.
De OESO publiceerde overigens reeds in 2010 een rapport, The Evolution of News and the Internet, waarin ze haar twijfels uitte of de productie van kwaliteitsvol en pluralistisch nieuws enkel nog aan de markt kon overgelaten worden.
Sinds de dooreenschudding van het media-ecosysteem en de ineenstorting van de traditionele verdienmodellen hebben intussen ook grote techbedrijven als Facebook en Google ondersteuningsprogramma’s voor nieuwsmedia gelanceerd. Ook diverse filantropische organisaties en donoren financieren journalistieke initiatieven.
Die internationale middelen geraken maar sporadisch tot bij de kwaliteitsjournalistiek in Vlaanderen. Bovendien sturen die partijen daarmee de journalistieke agenda zonder dat ze daarover publieke verantwoording moeten afleggen. Die agenda is overigens soms wispelturig (en dus niet duurzaam), stelt bepaalde eisen die niet altijd het publieke belang dienen, en heeft al een merkbare invloed op hoe journalistiek bedreven wordt, aldus recent academisch onderzoek.
Onafhankelijke en pluralistische media vormen de hoeksteen van een democratische samenleving en de duurzaamheid van de journalistiek is essentieel om inhoud van hoge kwaliteit aan de burgers te blijven bieden, aldus de expertengroepen inzake fake news en desinformatie in hun rapporten voor de EU en de Belgische minister van Digitale Agenda in 2018.
Om desinformatie tegen te gaan moet langs zo veel mogelijk ‘entry points’ (dus niet slechts één kanaal) kwaliteitsjournalistiek het media-ecosysteem binnendringen. Pluriformiteit en differentiatie in doelgroep zijn daarbij cruciaal.
Het is daarom belangrijk dat ook de overheid investeert in verdiepende, diverse en lokale journalistiek. Daarbij is het echter cruciaal dat er een buffer staat tussen de politieke overheid, die de middelen voorziet, en de journalistiek, die kritisch en onpartijdig te werk moet kunnen gaan. Daartoe is een fonds een ideaal instrument. De overheid stelt zo’n fonds bepaalde beleidsdoelstellingen voorop, en voorziet daar middelen voor. De toewijzing van die middelen aan specifieke projecten, journalisten of organisaties, wordt echter onafhankelijk door het fonds uitgevoerd – de overheid wordt niet betrokken bij het adviserings- en beslissingsproces over de subsidieaanvragen.
