Journalistiek en impact: een blijvende discussie

‘Impact’ is al verschillende jaren een modewoord binnen de journalistiek. Niet in het minst voor non-profit onderzoeksjournalistiek die afhankelijk is van donoren, wat meer en meer onderzoeksjournalistiek is, onder andere in de Verenigde Staten.

Dat heeft geleid tot veel onderzoek over wat impact precies is en de ontwikkeling van modellen hoe je die impact dan precies meet. Een interessant rapport met best practices is bijvoorbeeld ‘Investigative Impact’ van het Global Investigative Journalism Network (GIJN).

Maar de buzz heeft ook geleid tot kritische stemmen. Moet (onderzoeks)journalistiek überhaupt ‘impact’ nastreven? Journalisten zijn toch geen activisten? ‘Weg met de impact’ was de titel van het essay dat Investico-journalisten Thomas Muntz en Jeroen Trommelen vorig jaar schreven voor de Vlaams-Nederlandse Vereniging van Onderzoeksjournalisten (VVOJ).

Bovendien zou je kunnen stellen dat de eerste functie van journalistiek het informeren van het publiek is, wat moeilijk meetbaar is.

Dimitri Antonissen, hoofdredacteur van Het Laatste Nieuws, werd door het platform Zwijgen is geen optie onlangs ook gevraagd naar de ‘impact’ van zijn medium. Ook hij stelde dat die moeilijk te meten is. De belangrijkste impact die HLN heeft, aldus Antonissen, is dat het mensen informeert en hen kennis laat maken met een diverse waaier aan feiten, onderwerpen en opinies.

Bereik?

Het Nederlands Stimuleringsfonds voor de Journalistiek (SvdJ) organiseerde deze maand een thema-avond over impact. Daar bleek opnieuw dat de meningen erg verdeeld zijn. Over het feit dat journalistiek überhaupt directe impact moet nastreven, maar ook over de invulling van het begrip ‘impact’ zelf.

Interessant is de visie en de invulling die het SvdJ zelf aan impact geeft. “Het gaat […] niet om activistische journalistiek, noch […] [om] scoringsdrang” aldus Steffan Konings, projectmanager onderzoeksjournalistiek bij het Stimuleringsfonds:

“‘Wat we wel zinvol vinden is aandacht te besteden aan wie men met een verhaal wil bereiken en op welke manier, en dat ook al tijdens het maakproces.’
Dat moet geen doel op zich worden en hoeft de keuze voor een onderzoeksonderwerp niet te beïnvloeden, stelt hij. Konings wil daarom ook het begrip ‘bereik’ nuanceren. ‘Het gaat er niet om zoveel mogelijk mensen te bereiken met het verhaal, maar de juiste mensen. Het vertalen van een stuk over arbeidsmigranten naar het Pools, zoals Investico deed, is daar een voorbeeld van.
Bovendien zou hij redacties willen aanmoedigen over de impact van verhalen te communiceren. ‘Laat zien waar een verhaal terecht is gekomen, waar het toe heeft geleid. Dat is goed voor je organisatie, want journalisten zien dat het werk nut heeft gehad, maar het is ook goed voor de binding met je lezers of leden.’”

Journalismfund.eu

Journalismfund.eu is een Belgische vzw waaronder o.a. het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek en het Vlaams Journalistiek Fonds opereren. Het organiseert ook verschillende beurzenprogramma’s voor grensoverschrijdende journalistieke projecten, gefinancierd door internationale donoren.

Die donoren krijgen graag een beeld van de impact die de journalistieke producties die zijn gerealiseerd met het beursgeld hebben gegenereerd.

Daarom vraagt Journalismfund.eu aan de beursontvangers om een jaar na publicatie de impact van hun verhaal te rapporteren op deze drie vlakken:

  • reach: inschatting van het bereik van het verhaal, op basis van de oorspronkelijke publicatie/uitzending, sociale media, overname in andere media, enzovoort
  • debate: artikels en vermeldingen in andere media; debatten; reacties bij organisaties, middenveld of politiek; presentaties op conferenties of andere fora; journalistieke prijzen en bekroningen
  • accountability: veranderingen in wetgeving of beleid, ontslagen, juridische acties

Aangezien Journalismfund.eu een intermediair of ‘buffer’ is tussen donoren en de journalistiek, kan het de vraag naar impact wel iets minder dwingend stellen aan de journalisten dan donoren soms rechtstreeks doen.

Journalismfund.eu benadrukt aan de donoren bovendien dat de impact van de beurzen voor journalisten ook ruimer is:

“Yes, the grants we give sometimes lead to publications that influence policy, and that’s great, but impact is so much more than that. Our grants, for example, allow journalists to gain valuable experience. They help generate collaborative networks between journalists that subsist beyond the granted projects and that society will continue to benefit from. Those developments might be less visible, but they are at least as important for democratic progress” aldus directeur Ides Debruyne in een recent interview.

Veel donoren doen overigens aan betrekkelijk kortlopende financiering, en willen daarom soms al enkele maanden na publicatie de ‘impact’ van een journalistiek verhaal kennen. Dat dat te snel is, toont ook onderstaand onderzoek aan.

Reuters Institute: vier categorieën

Het Reuters Institute for the Study of Journalism van de universiteit van Oxford publiceerde eerder dit jaar een onderzoeksrapport naar de wereldwijde impact van de Panama Papers, drie jaar na datum.

Ook het Reuters Institute geeft toe dat het meten van impact van journalistiek een moeilijke zaak is, en bovendien delicaat: journalisten willen immers niet worden weggezet als activisten.

Desalniettemin is het een interessante oefening. Bovendien verwijst het onderzoek ook naar verschillende recente literatuur over dit onderwerp.

Concreet deelt het rapport de impact of ‘outcomes’ op in vier categorieën:

  • deliberative: beleidmakers houden officiële discussies, hoorzittingen of onderzoeken
  • individual: beleidsmakers nemen sancties tegen specifieke personen of instellingen (bijvoorbeeld ontslagen of veroordelingen)
  • substantive: nieuw beleid, wetten of administratieve procedures
  • backlash: ‘terugslag’ naar journalisten of mediaorganisaties, d.w.z. geweld, bedreigingen of beperkingen

De eerste drie categorieën zijn niet dezelfde, maar wel gelijkaardig aan die van Journalismfund.eu. Interessant is dat Reuters met de vierde categorie ook de ‘backlash’-effecten op de journalisten zelf in kaart brengt.

Het onderzoek bestrijkt de impact in 88 landen. In België zijn er volgens het rapport enkel ‘deliberative’ en ‘individual’ resultaten van de Panama Papers, in Nederland ook ‘substantive’. ‘Backlash’ is in de EU enkel geregistreerd in Malta, Slovakije en Finland.

Conclusie?

De impact-discussie zal wellicht niet snel meer weggaan. Het is daarbij interessant om te volgen wie wat onder impact verstaat, en hoe die gemeten wordt.

Een te enge focus op impact reduceert echter de functie, en mogelijk ook de aanpak van journalistiek. Het belang van journalistiek als pijler van de democratie om een geïnformeerd en kritisch debat mogelijk te maken, is niet in harde cijfers te meten. Het is echter wel zinvol om na te denken wie men met een verhaal wil bereiken en op welke manier, ook al tijdens het maakproces.

Impact Panama Papers
Impact van de Panama Papers, in vier categorieën (Reuters Institute)